Dag 59 Hanoi
Door: Robbert en Sacha
Blijf op de hoogte en volg Robbert en Sacha
10 Mei 2010 | Vietnam, Hanoi
Vanacht om 2 uur een andere kamer gevraagd. Ze zijn verderop in de staat aan het verbouwen. Het puin dat bij de sloopwerkzaamheden vrij komt besluitens ze ’s nachts met de hand in een ijzeren container te gooien. Op zich geen probleem, alleen jammer dat die container 4 verdiepingen lager precies onder ons raam staat. Elke 30 seconde dus een enorm kabaal. De (ook slaperige) nachtportier begrijpt ons probleem en we krijgen een iets grotere kamer aan de achterkant van het hotel. Uitzicht is minder (nog net geen blinde muur) maar het is hier in ieder geval wel stiller. We pakken onze slaapspulletjes, de bankpassen en andere belangrijke papparassen en verhuizen. De rest van de spullen komt morgen wel. We zijn duidelijk over onze slaap heen, het duurt nog een eeuwigheid voordat we dromenland bereiken.
’s Ochtends komt de regen met bakken uit de hemel. We zouden vandaag een brommertje huren en er zelf op uit trekken, maar het ziet er naar uit dat het niets wordt. Na het ontbijt kijken we naar buiten en de zon begint zelfs door te breken. Echt heel apart die weerswisselingen hier. We vragen de receptionist wat het kost om een brommertje te huren (wisten we al $ 7, maar je weet het maar nooit) en wat blijkt. Vandaag bedraagt de schade slechts $ 5 snel verdient. Waarschijnlijk heeft deze werknemer weer een andere deal met een vriendje, iets goedkoper en het brommertje is prima. We tuffen richting het mausoleum van Ho Chi Mhin en vinden het in één keer. Dat lijkt simpel, maar wegwijzers kennen ze hier niet, dus je moet het met de (vaak onuitspreekbare) straatnamen doen. We zijn op een wonderlijke manier op de juiste plek beland. We parkeren onze brommer in de daarvoor bestemde parkeervakken en betalen de parkeerwachter 3000 Dong. We lopen een beetje rond, hier staan wel overal bordjes met: ‘hier mag je niet komen’. We zoeken ons wezeloos en botsen bijna tegen de One Pillar Pagoda. Een inimini pagoda op een enorme betonnen paal. Stelt helemaal niets voor. Het Ho Chi Mihn museum, zo te zien een communistisch staaltje architectuur, laten we links liggen. We lopen wat rond en vragen bij een bewaker hoe we bij het mausoleum komen: ‘hier rechtdoor’ zegt hij. Het blijkt dus dat je langs al die hekken (waar op staat ‘verboden toegang’) moet lopen en gewoon door de beveiliging. Ok, weten we dat ook weer. Het mausoleum vinden wij niet echt mooi. Bij een andere bewaker vragen we of het mogelijk is om binnen te kijken. Hij maakt ons duidelijk dat het alleen op dinsdag, woensdag, donderdag en in het weekend open is. We kunnen dus niet naar binnen op deze maandag.
We lopen nog wat rond op het enorme plein voor het graf en besluiten naar de Literatuur Tempel te rijden. Wederom op de gok een beetje kris kras door de stad. Na 10 minuten kijken we op de kaart en we blijken (we zijn niet verrast) verkeerd te zitten. Omdraaien dus, makkelijk gezegd, iets moeilijker uit te voeren op een 4 baans weg met honderden andere weggebruikers. We halen 2 maal diep adem en gaan ervoor. Al toeterend doorkruisen we het verkeer en komen veilig op de andere weghelft terecht. We rijden nu helemaal op de linkerbaan, even gassen dus. We schieten lekker op en vinden wat we zoeken. Het parkeren kost hier 5000 Dong, althans volgens de dame van ’parkeerbeheer Hanoi’, op het kaartje staat 3000. We hebben geen zin in discussies over 8 cent, bovendien spreekt ze geen woord Engels en waarschijnlijk nog minder Nederlands, we we zien het als ontwikkelingshulp. Microcrediet Vietnam, we declareren later wel bij Maxima.
De literatuur tempel is een oase van rust in toch wat hectisch Hanoi. We lopen heerlijk rond in het lommerijke park dat binnen deze muren ligt. Ook de bebouwing die er staat is erg mooi. In dit complex werden vroeger alleen nobelen toegelaten als student, later werden de regels wat versoepeld en werden ook talentvollen mannen van mindere komaf toegelaten. Alle namen van de studenten die hier zijn afgestudeerd zijn gegraveerd in schilden die door schildpadden worden gedragen. De schildpad wordt hier als zeer geleerd gezien.
We pakken onze brommer en rijden, wederom op ons gevoel, richting ‘Old Quarter’, de wijk van ons hotel. Onderweg passeren we de spoorlijn die naar Sapa loopt, nu kunnen we goed zien hoe dicht de huizen op de rails staan. Er zijn ook mensen die hun ‘voordeur’ aan de spoorkant hebben en langs het spoor leven. Het is werkelijk ongelofelijk hoe gevaarlijk dicht deze mensen bij het spoor leven.
Met de brommer komen we vlak bij het hotel uit en lunchen bij een bistro die veel expats aantrekt. Het eten is spotgoedkoop, de drankjes zijn aan de prijs. We zien aan de overkant van de straat mensen wachten voor een winkelcentrum. We denken dat het wel heel speciaal moet zijn om een kwartier van tevoren bij een ingang te staan wachten om naar binnen te komen. We besluiten een kijkje te nemen en worden zwaar teleur gesteld; een soort van V&D in Vietnam, maar dan totaal sfeerloos. Nog geen 5 minuten later pakken we ons vervoermiddel uit de stalling (deze keer weer 3000 Dong) en tuffen naar het hotel. We relaxen wat op de kamer, zo’n slechte nacht hakt er toch wel in,\ en bovendien Sacha is een beetje verkouden. De temperatuursverschillen tussen binnen (airco) en buiten (bloedheet en vochtig) doen de gezondheid niet echt goed.
’s Avonds rijden we naar een restaurantje dat we hebben gevonden in de Lonely Planet, althans naar het adres waar het zou moeten zijn. Het restaurant blijkt spoorloos verdwenen, niet echt handig als je in de LP van juli 2010 staat. We keren om en eten in de backpackersstraat direct achter ons hotel bij een restaurantje genaamd Subway. De eigenaar komt nog even vragen hoe je ‘airconditioner’ schrijft. We helpen hem door de hele zin maar wat aan te passen. Het was eerst ‘More sittings upstair aircon’, wij maken er ‘More seats upstairs with airconditioning’ van. Hopelijk krijgt hij er meer klanten door, het eten was fantastisch, de bediening prima en bovendien was het erg betaalbaar.
We hebben nu toch de brommer en rijden even naar de plek waar we zijn afgezet door de bus van Vietnamies Airlines en informeren of we ook met de bus naar het vliegveld gebracht kunnen worden. De mensen aanwezig kunnen ons niet vertellen hoe laat de bussen gaan. Wel krijgen we een visitekaartje van een officiele taxi die ons voor $ 10 dollar naar het vliegveld kan brengen, goedkoper dan regelen via het hotel. Op de terugweg halen we de was op die we gisteren hebben weggebracht. Eindelijk een keer geen zeepsopgeur in de droge kleren, lekker fris. Terug in het hotel leveren we de brommer in. Er wordt gevraagd of we de brommer willen afrekenen. Geen probleem robbert haalt een briefje van $ 20. Eh, wel een probleem: geen wisselgeld. Ze vragen of we niet in Dong kunnen betalen, 5 dollar is 100.000 Dong. Helaas hebben we niet zoveel dong meer. Ze gaan het briefje wisselen. Ik krijg 380.000 dong??? Ik leg uit dat als ze voor 5 dollar 100.000 Dong rekenen, ik voor 20 dollar toch echt 400.000 Dong wil hebben. Schoorvoetend gaan ze akkoord en krijg ik 400.000 Dong en zij 100.000.
We gaan lekker vroeg naar bed, hopelijk vannacht stiller dan gisteren.
Foto’s:
http://www.flickr.com/photos/robbertensacha/sets/72157623908183569/
’s Ochtends komt de regen met bakken uit de hemel. We zouden vandaag een brommertje huren en er zelf op uit trekken, maar het ziet er naar uit dat het niets wordt. Na het ontbijt kijken we naar buiten en de zon begint zelfs door te breken. Echt heel apart die weerswisselingen hier. We vragen de receptionist wat het kost om een brommertje te huren (wisten we al $ 7, maar je weet het maar nooit) en wat blijkt. Vandaag bedraagt de schade slechts $ 5 snel verdient. Waarschijnlijk heeft deze werknemer weer een andere deal met een vriendje, iets goedkoper en het brommertje is prima. We tuffen richting het mausoleum van Ho Chi Mhin en vinden het in één keer. Dat lijkt simpel, maar wegwijzers kennen ze hier niet, dus je moet het met de (vaak onuitspreekbare) straatnamen doen. We zijn op een wonderlijke manier op de juiste plek beland. We parkeren onze brommer in de daarvoor bestemde parkeervakken en betalen de parkeerwachter 3000 Dong. We lopen een beetje rond, hier staan wel overal bordjes met: ‘hier mag je niet komen’. We zoeken ons wezeloos en botsen bijna tegen de One Pillar Pagoda. Een inimini pagoda op een enorme betonnen paal. Stelt helemaal niets voor. Het Ho Chi Mihn museum, zo te zien een communistisch staaltje architectuur, laten we links liggen. We lopen wat rond en vragen bij een bewaker hoe we bij het mausoleum komen: ‘hier rechtdoor’ zegt hij. Het blijkt dus dat je langs al die hekken (waar op staat ‘verboden toegang’) moet lopen en gewoon door de beveiliging. Ok, weten we dat ook weer. Het mausoleum vinden wij niet echt mooi. Bij een andere bewaker vragen we of het mogelijk is om binnen te kijken. Hij maakt ons duidelijk dat het alleen op dinsdag, woensdag, donderdag en in het weekend open is. We kunnen dus niet naar binnen op deze maandag.
We lopen nog wat rond op het enorme plein voor het graf en besluiten naar de Literatuur Tempel te rijden. Wederom op de gok een beetje kris kras door de stad. Na 10 minuten kijken we op de kaart en we blijken (we zijn niet verrast) verkeerd te zitten. Omdraaien dus, makkelijk gezegd, iets moeilijker uit te voeren op een 4 baans weg met honderden andere weggebruikers. We halen 2 maal diep adem en gaan ervoor. Al toeterend doorkruisen we het verkeer en komen veilig op de andere weghelft terecht. We rijden nu helemaal op de linkerbaan, even gassen dus. We schieten lekker op en vinden wat we zoeken. Het parkeren kost hier 5000 Dong, althans volgens de dame van ’parkeerbeheer Hanoi’, op het kaartje staat 3000. We hebben geen zin in discussies over 8 cent, bovendien spreekt ze geen woord Engels en waarschijnlijk nog minder Nederlands, we we zien het als ontwikkelingshulp. Microcrediet Vietnam, we declareren later wel bij Maxima.
De literatuur tempel is een oase van rust in toch wat hectisch Hanoi. We lopen heerlijk rond in het lommerijke park dat binnen deze muren ligt. Ook de bebouwing die er staat is erg mooi. In dit complex werden vroeger alleen nobelen toegelaten als student, later werden de regels wat versoepeld en werden ook talentvollen mannen van mindere komaf toegelaten. Alle namen van de studenten die hier zijn afgestudeerd zijn gegraveerd in schilden die door schildpadden worden gedragen. De schildpad wordt hier als zeer geleerd gezien.
We pakken onze brommer en rijden, wederom op ons gevoel, richting ‘Old Quarter’, de wijk van ons hotel. Onderweg passeren we de spoorlijn die naar Sapa loopt, nu kunnen we goed zien hoe dicht de huizen op de rails staan. Er zijn ook mensen die hun ‘voordeur’ aan de spoorkant hebben en langs het spoor leven. Het is werkelijk ongelofelijk hoe gevaarlijk dicht deze mensen bij het spoor leven.
Met de brommer komen we vlak bij het hotel uit en lunchen bij een bistro die veel expats aantrekt. Het eten is spotgoedkoop, de drankjes zijn aan de prijs. We zien aan de overkant van de straat mensen wachten voor een winkelcentrum. We denken dat het wel heel speciaal moet zijn om een kwartier van tevoren bij een ingang te staan wachten om naar binnen te komen. We besluiten een kijkje te nemen en worden zwaar teleur gesteld; een soort van V&D in Vietnam, maar dan totaal sfeerloos. Nog geen 5 minuten later pakken we ons vervoermiddel uit de stalling (deze keer weer 3000 Dong) en tuffen naar het hotel. We relaxen wat op de kamer, zo’n slechte nacht hakt er toch wel in,\ en bovendien Sacha is een beetje verkouden. De temperatuursverschillen tussen binnen (airco) en buiten (bloedheet en vochtig) doen de gezondheid niet echt goed.
’s Avonds rijden we naar een restaurantje dat we hebben gevonden in de Lonely Planet, althans naar het adres waar het zou moeten zijn. Het restaurant blijkt spoorloos verdwenen, niet echt handig als je in de LP van juli 2010 staat. We keren om en eten in de backpackersstraat direct achter ons hotel bij een restaurantje genaamd Subway. De eigenaar komt nog even vragen hoe je ‘airconditioner’ schrijft. We helpen hem door de hele zin maar wat aan te passen. Het was eerst ‘More sittings upstair aircon’, wij maken er ‘More seats upstairs with airconditioning’ van. Hopelijk krijgt hij er meer klanten door, het eten was fantastisch, de bediening prima en bovendien was het erg betaalbaar.
We hebben nu toch de brommer en rijden even naar de plek waar we zijn afgezet door de bus van Vietnamies Airlines en informeren of we ook met de bus naar het vliegveld gebracht kunnen worden. De mensen aanwezig kunnen ons niet vertellen hoe laat de bussen gaan. Wel krijgen we een visitekaartje van een officiele taxi die ons voor $ 10 dollar naar het vliegveld kan brengen, goedkoper dan regelen via het hotel. Op de terugweg halen we de was op die we gisteren hebben weggebracht. Eindelijk een keer geen zeepsopgeur in de droge kleren, lekker fris. Terug in het hotel leveren we de brommer in. Er wordt gevraagd of we de brommer willen afrekenen. Geen probleem robbert haalt een briefje van $ 20. Eh, wel een probleem: geen wisselgeld. Ze vragen of we niet in Dong kunnen betalen, 5 dollar is 100.000 Dong. Helaas hebben we niet zoveel dong meer. Ze gaan het briefje wisselen. Ik krijg 380.000 dong??? Ik leg uit dat als ze voor 5 dollar 100.000 Dong rekenen, ik voor 20 dollar toch echt 400.000 Dong wil hebben. Schoorvoetend gaan ze akkoord en krijg ik 400.000 Dong en zij 100.000.
We gaan lekker vroeg naar bed, hopelijk vannacht stiller dan gisteren.
Foto’s:
http://www.flickr.com/photos/robbertensacha/sets/72157623908183569/
-
11 Mei 2010 - 08:05
Maris:
He wereld reizigers,
Nog steeds erg leuk om jullie te volgen. jullie maken wat mee en zien genoeg
Helaas laat het weer het afweten hier in Nederland. hopelijk wordt het gauw wat meer zoals Bij jullie.
Gr Henk en Maris
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley