Dag 264 Potosi - Reisverslag uit Potosí, Bolivia van Robbert en Sacha - WaarBenJij.nu Dag 264 Potosi - Reisverslag uit Potosí, Bolivia van Robbert en Sacha - WaarBenJij.nu

Dag 264 Potosi

Door: robbertensacha

Blijf op de hoogte en volg Robbert en Sacha

02 December 2010 | Bolivia, Potosí

Sacha voelt zich niet goed ‘s nachts en besluit niet mee te gaan naar de mijnen. Gelukkig voelt ze zicht ’s ochtends een stuk beter en is het geen probleem om haar een paar uurtjes alleen te laten. Ze slaapt lekker uit en loopt wat rond in het centrum van Potosi en koopt bij een straatverkoper wat jus d’orange. De sinaasappelen voor de jus worden op straat geschild met een grappig apparaatje waarna ze worden geperst. De verkopers zijn er zo handig in dat er bijna niks verloren gaat en er een heerlijk natuurlijk sapje wordt geproduceerd.
Robbert staat om half 8 op, ontbijt en is samen met Elodie en Benoit ruim op tijd bij het toerburo, dat door de ex-mijnwerkers wordt gerund. Een aantal toeristen is aan de late kant en pas tegen een uur of 9 (we staan al een half uur te wachten) kunnen we op weg.
Eerste stop is bij de kleedruimte, we krijgen regenkleding en laarsen aangemeten. De regenkleding is maat tent, iedereen past het en ziet er vervolgens uit als MCHammer. Als iedereen vervolgens een helm en riem met batterij op en om heeft is het tijd om naar de markt te lopen. In vol ornaat lopen we met een groepje van 6 inclusief gids door het stadje. Nu zijn wij ineens de toeristische attractie, we trekken behoorlijk wat aandacht van de lokale bevolking. Op de markt worden we geacht wat kado’s te kopen voor de mensen die in de mijn werken en bij wie we ‘op bezoek’ gaan. We kunnen hier echt van alles kopen. Niet alleen kleding, helmen, beitels, hamers liggen voor het oprapen, ook kisten met dynamiet kun je hier halen. Alles zonder vergunning of identificatie. Er wordt uitgelegd dat de explosieven uit Nitroglycerine bestaan, het spul dat Alfred Nobel een aantal eeuwen geleden heeft uitgevonden. We kopen een 3-tal staven dynamiet (€ 2.- per stuk, leuk voor oud en nieuw !!), wat frisdrank en een paar zakjes coca bladeren. Als iedereen wat heeft gekocht lopen we terug naar het busje waarin we worden vervoerd. De tweede halte is de verwerkingsplek van de erts. De stenen worden per vrachtwagen aangeleverd, vervolgens vergruist en chemisch behandeld. We schrikken ons hier helemaal kapot, geen enkele vorm van bescherming. Machines zonder beschermkap en borrelend cyaanide in een open bad. De machines die door pullies worden aangedreven staan kris kras door de ‘fabriek’(meer een schuur) en met onze wapperende regenkleding dienen we er doorheen te laveren. Uiterst voorzichtig doen we het rondje en zien we hoe de metalen (zilver, lood en ijzer) uit de stenen worden gewonnnen. Verbijsterd staan we buiten, ondenkbaar dat je toeristen elders ter wereld onder deze omstandigheden rondleidt. De laatste stop van de trip zijn de mijnen. Na de werkomstandigheden in de ‘fabriek’ te hebben gezien, zijn we benieuwd wat het ondergrondse ons gaat brengen. Als we staan te wachten om de mijn binnen te gaan, zien we het eerste karretje naar buiten komen met erts. Niks geen electrisch aangedreven spul; de 2 ton wegende wagon wordt voortgetrokken door 2 man en door nog eens 2 personen van achter geduwd. Ook het lossen gaat met de hand, als het grootste gedeelte is gekiept, pakken 2 man een schep en beginnen met het leegscheppen van de wagen.
Als we door een centimeter of 10 water de mijn in lopen moeten we meteen al bukken. We zitten in een groep met nog 2 Nederlanders en hij is ruim 1.90, veel te lang voor hier. Robbert gokt dat we ongeveer 500 meter de mijn inlopen voordat we zien hoe de rotsen in de wagen worden geschept, jawel weer met de hand. Later zien we nog hoe de gaten voor de dynamietstaven in de keiharde rots worden gehouwen, ook met de hand. Een gat ‘boren’ duurt een uur of 3. De dynamietstaaf kan dan 40 cm diep in het gesteente worden geplaatst. De explosieven worden met de hand aangestoken, de lont is bijna een meter lang en dat geeft de mijnwerkers ongeveer 2 minuten de tijd om weg te komen. De meeste explosies vinden echter in de namiddag plaats, het stof en de chemicaliën die er bij vrij komen, hebben de hele nacht de tijd om uit de mijn te waaien. De verschillende mijnen staan met elkaar in verbinding, in totaal werken er 10.000 mensen in deze berg, waardoor de ventilatie prima is. Uiteraard is het wel warm, op het diepste punt ongeveer 40 graden, geen pretje met onze plastic kleding aan. Na een rondleiding van ongeveer 2 uur, waarbij we voornamelijk krom hebben gelopen zijn we blij het daglicht weer te zien. Verbijsterd over de omstandigheden komen we weer buiten. We horen dat er per jaar 20 mensen overlijden door ongelukken, de mensen met longproblemen en die buiten de mijn sterven, zijn legio en niet geregistreerd. Niemand is hier overigens geregistreerd, als je met een stel vrienden wil beginnen met hakken kun je morgen aan de slag. Spullen kopen, de mijn in lopen en beginnen.
Eenmaal terug in het centrum ontdoen we ons van de plastic kleding waar we inmiddels al 4 uur in rondlopen. Alles is zeiknat en als een verzopen kat lopen we in het centrum en drogen we langzaam op. Op de terugweg kopen ook wij jus d’orange bij een straatverkoper. De versgeperste sapjes zijn hier zo schrikbarend goedkoop (€ 0,30 per glas) dat je er gewoon niet langs kan lopen.
Sacha zit lekker in het zonnetje een boek te lezen als het drietal mijnwerker terugkeerd. Na een verfrissende douche lopen we het centrum in en lunchen aan het grote centrale plein. Elodie en Benoit besluiten de rest van de middag niks te doen en wij brengen nog een bezoek aan ‘de mint’. We hebben een Engelstalige gids die ons rondleidt door het vreemde museum. Omdat Bolivia gedurende een aantal eeuwen compleet is leeggeplunderd, is er weinig spullen en informatie overgebleven uit de geschiedenis. Het aantal oude munten dat ze hebben is beperkt, van de meest geslagen munten in Potosi hebben ze er slechts 2 dankzij een schenking van een schatzoeker.
’s Avonds vinden we eindelijk een restaurantje waar je lama kunt eten. Het staat bij veel eetgelegenheden op de kaart maar het is er vaker niet dan wel. Het restaurant heeft 4 tafeltjes en is meer een huiskamer dan een officiele eetgelegenheid. Op een of andere manier zijn alle gasten vrijwel tegelijk binnen gekomen en de vrouw des huizes heeft het hartstikke druk. Tussen de bedrijven door worden de kinderen ook nog even opgevoed en het huishouden georganiseerd. Lama smaakt overigens prima, wij hadden de gegrilde variant met citroen, peper en zout.
We duiken op tijd ons bedje in, morgen weer een busdag.

foto's: te bekijken via onderstaande link zodra ze er op staan:

http://www.flickr.com/photos/robbertensacha/sets/

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Bolivia, Potosí

Wereldreis

Recente Reisverslagen:

28 Februari 2011

Weer terug !!!

28 Februari 2011

Dag 353 Dublin – Eemnes

28 Februari 2011

Dag 352 Dublin

26 Februari 2011

Dag 351 Dublin

25 Februari 2011

Dag 350 Dublin
Robbert en Sacha

Actief sinds 26 Dec. 2009
Verslag gelezen: 205
Totaal aantal bezoekers 202584

Voorgaande reizen:

13 Maart 2010 - 27 Februari 2011

Wereldreis

Landen bezocht: