Dag 102 Surabaya - Probolinggo - Cemoro Lawang
Door: Robbert en Sacha
Blijf op de hoogte en volg Robbert en Sacha
22 Juni 2010 | Indonesië, Batavia
Na wederom een onrustige nacht, werden we weer op een onmogelijk vroeg tijdstip wakker (6 uur). Sacha kon daarna niet meer slapen en Robbert heeft nog wat gedommeld totdat we om 7 uur werden gewekt door de wekdienst van het hotel. Met onze brakke hoofden gaan we naar het restaurant, waar een uitgebreid buffet-ontbijt klaar staat. We genieten van de uitgebreide keuze in broodjes, pakkekoekjes, wafeltjes, fruit en yoghurt met muesli. Daarna terug naar de kamer, de tassen inpakken (voor zover ze uitgepakt waren, aangezien we gisteravond laat pas aankwamen), tanden poetsen en naar de lobby voor een taxi. Het is nog niet echt makkelijk om aan de taxichauffeur duidelijk te maken waar we heen willen. Het scheelt dat we het Indonesische woord voor station inmiddels hebben opgepikt (Stasiun, niet echt moeilijk) en met behulp van een bijstander, wordt de man het uiteindelijk duidelijk wat de bedoeling is en dat we naar het stasiun voor de trein naar Probolinggo willen. We stappen in en zijn onderweg naar het treinstation. De rit duurt langer dan verwacht (alhoewel het hemelsbreed niet meer dan 500 meter verwijderd is) doen we toch ruim een kwartier over de rit doordat de stad voornamelijk eenrichtingswegen kent en de man rijdt als een slak. Als Robbert op de dashboard-klok kijkt, slaat de paniek een beetje toe: het is al twintig voor 9 en het station is nog niet in zicht. Onze trein gaat al om 9 uur. Op het moment dat we de chauffeur vragen of hij een beetje wil voortmaken, zien we het station opeens. Pff.. gelukkig, we gaan het nog redden. De man laat ons zelf aanmodderen met de tassen en staat er bij te kijken met een blik van: waar blijft mijn geld. We hebben zowel op Borneo als hier tot nu toe weinig behulpzame taxichauffeurs ontmoet. Het lijkt wel alsof deze beroepsgroep voornamelijk mannen aantrekt, die graag (te-)veel geld willen vangen en er niets voor willen doen. Eenmaal op het perron (de trein is er nog niet) kijkt Robbert op zijn telefoon en ziet dat het dan pas 8:35 uur is. Paniek om niks dus. Als de trein arriveert, zoeken we onze wagon en installeren wij ons in de ruime stoelen van wederom een wat verouderd gebeuren. De reis gaat voorspoedig en we genieten weer van de mooie uitzichten op de groene rijstvelden en de gebergten/vulkanen op de achtergrond. Om 11:15 uur komen we in Probolingo aan. De Lonely Planet schrijft niet veel goeds over dit plaatsje, maar onze indruk is dat het vriendelijk aan doet. Toch hebben we besloten om te overnachten in een plaatsje nog dichter bij de Bromo-vulkanen Voordat we het station verlaten, kopen we echter eerst weer onze treinkaartjes voor over drie dagen naar Banyuwangi. Een plaats helemaal in het oosten van Java, waar we de ferry pakken naar Bali. Daarna zoekt Robbert nog even het toilet op, zodat ook hij het tweede deel van de reis rustig kan zitten. Al die tijd we gevolgd door een meneer die ons graag verder wil brengen. Eerst denken we dat dit een taxichauffeur is, maar dat klopt niet helemaal. Hij kan er voor zorgen dat we met een klein geel busje (Bemo) naar een busstation worden gebracht, waar vandaan we de bus naar Cemoro Lewang kunnen nemen. Aangezien er verder geen bussen noch taxis te vinden zijn, gaan we akkoord. Je moet toch wat. Bovendien vraagt hij maar 6000 Rupiah, dus als het een oplichter is, dan is het wel eentje die weinig vraagt. De bemo busje brengt ons niet naar een busstation, maar naar een reisbureautje. We proberen een gesprek te voeren met de reisorganisator, maar op dat moment wordt tevens het gebed opgezegd vanuit de Moskee tegenover het reisbureautje. Het volume staat zo oorverdovend hard, dat we letterlijk in elkaars oor moeten schreeuwen om met elkaar te kunnen communiceren. In Nederland had de politie al lang voor de deur gestaan op grond van geluidshinder. Niet alleen wij , maar ook de reisorganisator raakt gefrustreerd door de overmatige decibellen. Hij probeert voor ons een hotel te bellen, maar dat is praktisch onmogelijk. We horen daar tevens dat we de lokale bus kunnen nemen voor 25.000 Rupiah p.p. of een minibusje voor 50.000 Rupiah p.p. De eerst doet er 2,5 uur over, de tweede 1 uur. We opteren voor de snelle bus.
Als alles afgestemd is: vervoersmiddel en keuze van hotel, duurt het niet lang voordat de minibus komt voorrijden. We vragen de chaufeur om even via een ATM te rijden, want we moeten nodig contant geld hebben, aangezien er geen banken zijn op de plaats van bestemming. Geen probleem. De tassen worden bovenop het busje geplant en wij vouwen ons dubbel op een bankje, zonder beenruimte. Met ons reizen een zestal andere touristen mee, waarvan twee Nederlandse meiden. Zij vertellen ons dat ze in Thailand vrijwilligerswerk doen en nu een jaar willen reizen met een budget van 5.000 Euro. Dat gaat niet helemaal zonder slag of stoot, want met een budget van 15 Euro per dag, moet je niet raar opkijken dat je je bed deelt met kakkerlakken, bedbugs (bloedzuigende wantsen) en zelfs ratten!! Zij liever dan wij. Terwijl we gezellig kletsen over onze reizen, hun vrijwilligerswerk enzovoort, rijden we over een smal weggetje, eerst door een groene jungle en later door een prachtig bergachtig gebied. We klimmen steeds hoger en merken dat de lucht ook ijler wordt.
De reis duurt iets langer dan een uur, maar zelfs in onze opgevouwen staat, hebben we niet in de gaten dat we er al zijn; Yoschi’s guesthouse. Het inchecken gaat nogal rommelig, maar omdat wij de reisorganisator in Probolingo al hadden betaald, krijgen wij als eersten een sleutel en worden we naar ons chalet gebracht. Het is echter niet met uitzicht op de bergen, zoals beloofd. Dus Robbert loopt gelijk terug naar de receptie om dit recht te trekken. Als hij terugkomt met de medewerker, worden we geleid naar een wat hoger gelegen chalet. Het is een bijzonder ruim onderkomen en we hebben zelfs een veranda erbij. Het geheel ziet er een beetje uit als: Oostenrijk meets Asia. Het is een grappige combinatie van veel (donker) houtwerk, bamboe en Aziatische schilderijen aan de muur en dit alles met een schitterend uitzicht over de bergen.
We lunchen bij het restaurant van het hotel en doen daarna een wandelingetje in de richting van de vulkaan. De ijle lucht is even wennen, maar we willen morgen de 4 km naar de vulkaan te wandelen. Ze vragen hier vanuit het hotel het belachelijke bedrag van 50.000 Rupiah p.p. voor dat korte ritje en wij hebben de hele dag de tijd. Verder is er niet zoveel te doen hier dus brengen we de middag bij ons chaletje door.
Als om half 5 de zon achter de bergen verdwijnt, is het alsof de airco vol wordt aangezet. Binnen een mum van tijd is het hartstikke koud en trekken we lange broeken en de enige trui die we bij ons hebben aan. In het restaurant staan vrolijk alle deuren open en we hebben dus een fris diner. De meeste mensen die in het resort zitten doen morgenochtend de tour. Eigenlijk moeten we vannacht schrijven want ze vertrekken al om 3 uur. Ze worden dan naar de Gunung Penanjakan vulkaan gereden met een jeep, dit is een inactieve vulkaan die ruim 300 meter hoger is dan de Bromo. Vervolgens mogen dan nog een uur omhoog lopen om om half 6 de zonsopgang te zien. Wij vinden dit geen tijd en wachten hun reactie morgen bij het ontbijt af. Als ze razend enthousiast terugkomen kunnen we altijd nog beslissen om deze trip overmorgen te doen. Voorlopig staat alleen de stevige wandeling bergop en het bezoek aan het Bromo Plateau op het programma.
Foto’s: Wederom vreselijk vieze ramen in de trein en bus, dus geen foto’s. Maken we morgen ruimschoots goed.
Ps. ook geen internet hier op de berg dus kunnen we dit pas later uploaden (bedenk dus dat het dinsdag 22 juni is vandaag).