Dag 131 Three Ways – David Hall Rest Area
Door: Robbert en Sacha
Blijf op de hoogte en volg Robbert en Sacha
23 Juli 2010 | Australië, Sydney
Na het ontbijt (waarbij we Jesse nog even wat koffie hebben gesponsord) vertrekken we om even na 9 uur in Oostelijke richting. Er staat vandaag erg veel wind die vanuit het zuiden ons busje de hele dag probeert om te blazen. Tot onze verbazing is het niet gelukt, de bus heeft echt een aerodynamische vorm van een pak melk waardoor je af en toe aan het stuur moet gaan hangen om op de weg te blijven. We zien tegenliggers met caravans die ook moeite hebben met de wind. Wat ons vandaag teven opvalt is dat de weg minder goed is. Veel oplapwerk en het wegdek is niet zo mooi vlak als dat van de Stuart Highway, waardoor we constant over de weg stuiteren. De weg richting het Oosten heet overigens Barkly Highway. We schieten lekker op en even na het middaguur lunchen we in de “middle of nowhere” en gooien we de reserve benzinetank van 20 liter in de tank. We zijn onderweg na 300 kilometer wel een benzinestation tegen gekomen, maar de tankstations in afgelegen plekken vragen zo’n absurde prijs voor een liter ‘premium unleaded’ dat we er voor kiezen onze reserves aan te spreken. Met de reservetank geleegd, halen we met gemak Comooweal. Er zijn 3 tankstations hier. De eerste rijden we voorbij omdat er een lange rij staat. De 2e vemeld op de tankinstalatie dat de benzine op is (handig als je een tankstations hebt) en de derde meld hetzelfde slechte nieuws. Er zit dus niet anders op dan in de rij aan te sluiten van de eerste. We wachten 20 minuten totdat een enorme truck beide dieseltanks heeft gevuld en kunnen dan inslaan. Gezien de prijs ($ 1,79 per liter) kiezen we ervoor om niet teveel te kopen. We gooien er ruim voldoende in om Mount Isa te halen. Dat is een grote plaats (voor woestijnbegrippen) met ruim 20.000 inwoners. Waarschijnlijk is het aanbod groter en de prijs navenant lager. De plaatsen die we vandaag doorkruizen zijn stuk voor stuk bijzonder klein. Een van de grotere plaatsen heeft de moeite genomen om het inwonersaantal bij binnenkomst te vermelden: 130 stuks (dat was Comooweal).
Vandaag was echt een supersaaie dag om te rijden, geen bergen, geen bossen, geen riviertjes, geen steden, niks! Alleen uitgestrekte dorre graslanden met af en toe een boom, en dat 550 kilometer lang. We passeren vandaag ook de staatsgrens tussen Northern Territory en Queensland. In NT mocht je nog 130, hier in Queensland is de maximum snelheid 110. Voor ons niet belangrijk, wij tuffen tussen de 90 en 100 km/h, hard genoeg voor ons koekblikje. Om 4 uur vinden we het welletjes en rijden een Rest Area op. Het is lekker ruim, maar verder is er niks. Geen water, geen toiletten etc. Gelukkig hebben we vanochtend nog de laatste jerrycan met water gevuld dus we kunnen een paar dagen onszelf bedruipen (ook letterlijk). Omdat we vandaag de staatsgrens zijn gepasseerd moeten we waarschijnlijk de klok iets verzetten, we hebben echter geen idee hoeveel. We leven dus nog even door op NT tijd en merken dat het ruim 500 kilometer verder oostelijk beduidend eerder donker wordt. Om 6 uur zie je al niets meer en om even voor 7 liggen we in de bus om dit verslag te schrijven.
Morgen proberen we Richmond te bereiken, dat is 490 km vanaf deze plek. Dat gaan we waarschijnlijk wel halen. Daarna is het nog zo’n lange dag rijden en dan hopen we in Townsville aan te komen, aan de oostkust.