Dag 129 Kings Canyon- vluchtstrook Stuart Highway
Door: Robbert en Sacha
Blijf op de hoogte en volg Robbert en Sacha
23 Juli 2010 | Australië, Sydney
Weer koud vannacht maar het ochtendzonnetje is heerlijk. Na een rustig ontbijt rijden we net voor de officiële check out tijd van 10 uur de camping af. Kings Canyon is een kilometer of 5 verder, waar we de bus parkeren op een al redelijk gevulde parkeerplaats. We doen de korte wandeling van een uur de canyon in. De andere optie is een zware wandeling van bijna 7 kilometer die begint met een klim tegen de wand van de kloof. De korte wandeling is gelukkig de moeite waard, zijn we niet voor niets hier helemaal heen gereden. Als we terug zijn bij de bus eten we een broodje en bekijken we de route voor vandaag. We willen eigenlijk de ‘korte’ route naar Alice Springs nemen, dit houdt echter wel in dat we 100 km over een onverharde weg moeten. Dat we daarbij ook nog verschillende riviertjes moeten oversteken maakt ons wat huiverig. We besluiten het verschil in kilometers (240 km om 100 km) te groot is gaan voor de korte en waarschijnlijk avontuurlijke route. Als Sacha de eerste 160 kilometer over de geasfalteerde weg heeft gereden pakken we de afslag naar het onverharde stuk. Het begin is werkelijk verschrikkelijk slecht, we zitten te stuiteren in de auto en Sacha vindt het eng om met zo’n schuddende auto te rijden. Robbert neemt over, hij heeft al eerder deze reis op onverharde wegen gereden. Als je wat harder rijdt voel je de onderlinge hobbels minder, het wordt dus iets comfortabeler. Gelukkig is het een hele breede weg en regelmatig zoeken we de meest vlakke stukken aan de andere kant van de weg op. De eerste watertjes die we tegen komen vormen geen enkel probleem, verder dan de as van het wiel verdwijnt ons wagentje niet in het water. Na een kilometer of 15 wordt gelukkig de weg wat vlakker en kunnen we redelijk doorrijden, af en toe zo’n 70 km/h. De laatste 25 kilometer van de weg zijn weer slecht, af en toe diepe poelen water met veel modder, niet echt ideaal met een 2 wiel aangedreven auto. Alle (het zijn er in totaal maar een stuk of 10 op de hele weg) auto’s die we tot nu toe zijn tegengekomen zijn 4 wiel aangedreven jeeps of soortgelijke wagens. Ook moeten we af en toe door een droogliggende rivier met grote keien, eerst even kijken waar we het beste kunnen rijden en dan rustig tussen de keien door. Als we nog een kilometer of 6 te gaan hebben, we ruiken inmiddels het asfalt weer, worden we door een jeep met aanhanger gepasseerd. De tweede jeep blijft nog even achter ons rijden, de weg is hier wat smaller. We komen bij een laatste watertje en zien de jeep die voor ons rijdt er behoorlijk diep in gaan. Even voor het watertje houden we halt en kijken elkaar aan, we gaan geen 94 kilometer terug rijden dus gaan ervoor. Het riviertje is zo’n 10 meter breed en 8 meter gaat het goed, dan besluit de motor af te slaan en het niet meer te doen. We zitten dus vast een een riviertje van ongeveer 40 cm diep. Gelukkig zit de tweede jeep nog achter ons en als deze ons passeert geeft hij aan dat hij gaat helpen (we zijn niet anders gewend van de vriendelijke Australiers). Robbert trekt z’n wandelschoenen en sokken uit en springt tot z’n kuiten in het water. De man en vrouw (en een veel te dikke teckel) van de jeep staan al aan de oever en hij is al bezig een kabel te pakken. Uiteraard willen ze weten waar we vandaan komen; Holland oh dan verlies je dus de finale van het wk voetbal en sta je ook nog vast in een beekje hahaha. We hadden het verlies al bijna verwerkt…..
Als de behulpzame man samen met Robbert de kabel aan onze bull-bar bevestigd vraagt Robbert of Sacha de auto nog een keer wil proberen te starten. Het vocht is weg bij de essentiële plekken van de auto en het motortje begint weer te spinnen. De mensen moeten lachen, misschien beter als je de vrouw door het water laat rijden. We zullen er de volgende keer aan denken. We nemen afscheid en vervolgen onze weg naar Alice Springs. Om even voor half 5 komen we daar aan en Robbert zet Sacha af bij de supermarkt. Robbert gaat tanken en Sacha doet alvast een deel van de boodschappen. We willen weer snel weg, want we willen liever niet in Alice Springs overnachten (duur). We willen graag een rustplaats 70 km ten noorden van Alice Springs bereiken waar we gratis kunnen overnachten. Het wordt hier afgeraden in het donker te rijden wegens overhuppende skippy’s die graag voor auto’s springen. Als we om 5 uur onze weg vervolgen begint de zon al aardig te zakken. We rijden nog 60 kilometer en zien dan een zijweggetje van de snelweg af. We besluiten hier in te rijden en ons kamp voor vannacht hier op te zetten. Als we gekookt hebben zetten we de bus achter een bosje, scheelt iets qua geluid. We staan op een meter of 100 van de snelweg. De weg word echter na 7 uur ’s avonds echt heel rustig, de meeste mensen houden zich aan het advies niet te rijden in het donker. Om 7 uur wordt het echt donker en duiken wij de bus in en schrijven dit verslag en lezen nog een boekje. Morgen hopen we tot Three Ways House te komen (zo’n 450 km vanaf het punt waar we vandaag zijn gestopt) en daar weer iets van ons te laten horen. Ze hebben immers gratis internet daar, dat hebben we op de heenweg al gezien. Bij Three Ways House is ook onze afslag naar het Oosten van Australie, richting Townsville. Maar daar zijn we voorlopig nog niet, dat is nog een paar 1000 kilometer rijden.