Dag 124 Tennant Creek – Alice Springs

We worden vandaag wederom op tijd wakker, het is nogal fris geworden overnacht en veel mensen zijn op tijd op. Tegen 8 uur rollen we uit ons bedje en doen we snel ons toilet en ontbijt. We zeggen gedag tegen de Australiërs en om 9 uur vervolgens onze weg. De weg naar Alice Springs is niet veel anders dan gisteren. Het is alleen een stuk frisser vandaag dan gisteren, dit maakt de reis beduidend minder vermoeiend. Bovendien hoeven we vandaag “slechts” 500 km af te leggen. Sacha rijdt het eerste deel, om te wennen aan het links rijden, in een busje met het stuur aan de rechterkant (dit alles voor de eerste keer en dus best spannend). Dat gaat gelukkig goed en we komen (zonder brokken) na één uur rijden langs de bezienswaardigheid genaamd: “Devil’s Marbles”. Dit zijn een hele boel grote ronde keien. De keien varieren in maat van skippybal tot caravan. Sommigen zijn zo rond als een bal en balanseren op een schuin liggend blok. Bizar dat het zo blijft liggen. We rijden af en toe over een wildrooster, dat betekend opletten. De ‘weilanden’zijn hier zo groot dat ze niet de moeite nemen om er een hek omheen te zetten. Onderweg komen we dan ook een dode zwarte koe tegen langs de weg, heel apart om dat te zien (vooral omdat ze het dier gewoon laten liggen), we zijn blij dat wij het dier niet hebben aangereden.
Als we stoppen om te tanken (rond 12:45 uur), doen we gelijk even een snelle lunch, bestaande uit boterhammen met bockworstjes. We zetten mosterd op ons boodschappenlijstje voor vanmiddag als we in Alice Springs aankomen.
Tegen 3 uur komen we in Alice Springs aan en we gaan rechtstreeks naar K-Mart. Daar kopen we nog maar een aantal dingetjes voor onze uitzet (solar douche en gaspatronen voor koken). Daarna naar Coles (een grote supermarkt-keten in Australië) voor het inslaan van een aantal etenswaren. Als je in kleine plaatsjes verblijft, is het aanbod zeer beperkt en belachelijk duur, dus boodschappen doen in een grote plaats heeft duidelijk z’n voordelen.
Na de boodschappen, pinnen we nog even; dan kunnen we weer even vooruit en gaan we op zoek naar een camping. We vinden een prijzige camping net buiten Alice Springs, maar we besluiten toch te blijven. Het is lekker om een keer vroeg ergens aan te komen.
Het blijkt dat we echt een super-plekje toegewezen hebben gekregen. Als een van de weinigen hebben we nog een avondzonnetje (erg fijn, want het is hier echt een stuk kouder zo’n 15 graden: tijd voor een vestje en een lange broek) en we genieten van de wilde papegaaien en een duif met een kuif (die nogal brutaal is en rechtstreeks richting Robbert’s wijntje loopt).
We koken we weer een gezonde maaltijd: aardappelen, vlees en groente en gaan op tijd slapen. Het is gewoon te koud om laat buiten te zijn.

Foto’s