Dag 168 Smokey Cape – Crescent Head

We worden om half 8 wakker en van de ranger is nog geen spoor te bekennen. We pakken de boel in en rijden naar de vuurtoren waar we gisteren zo hebben genotem van het uitzicht. Met op de achtergrond een staalblauwe hemel en een dito zee genieten we van ons ontbijtje op deze bijzondere plek. Op de kaart kijken we waar we naar toe willen en zetten koers richting het uiterste puntje van de landtong; Trail Bay Gaol. Het is vlak bij dus we rijden er in een klein half uurjte naar toe. Hier blijkt de campsite te bestaan uit een moderne camping met zelfs een restaurant, niet echt wat we zoeken. Ook hier genieten we even van het mooie uitzicht op de zee en vervolgens zoeken we op de kaart naar onze volgende stop. Iets zuidelijker zien we Crescent Head liggen met een 4 tal overnachtingsmogelijkheden in het Limeburners national reserve. We dienen via Kempsey te rijden, een stukje over de pacific highway. Onderweg stoppen nog even bij de vvv in Kempsey om een gedetailleerde kaart van het gebied te halen. Als we tegen 11 uur bij Crescent Head aankomen slaan we rechts af, een zandweg op. De zandweg is in totaal 15 kilometer lang en lijdt ons langs de verschillende overnachtingsplekken. We kiezen er voor om de laatste campsite te bezoeken, die wordt goed aangeschreven. Na een klein half uurtje keren en draaien op de grindweg bereiken we de camping. Ook hier is alles weer heel gecultiveerd, er is zelfs een campwinkel. We besluiten om verder te rijden, een stuk weg dat eigenlijk alleen geschikt is voor 4 wiel aangedreven auto’s. de eerste paar honderd meter zijn nog te doen met ons busje, daarna wordt de weg zo’n gatenkaas dat we het niet aandurven om nog verder te rijden. Voorzichtig keren we de auto op dit smalle weggetje en kruipen terug naar de uitgevlakte, maar nog steeds niet geasfalteerde, weg. Als we net gekeerd zijn zien we een enorme hagedis over de weg heen lopen. Waarschijnlijk naar een plekje in de zon. Snel stappen we uit een proberen een foto te maken. Razendsnel schiet het beest het hoge gras in en klimt vervolgens in een boom. Toch weten we nog een 2 tal foto’s te schieten zodat jullie een idee krijgen van de grootte van deze dieren. Deze was (incl staart) ongeveer 1 meter. We rijden ongeveer 5 kilometer terug en bekijken de voorlaatste kampeerplek. Naast een watertje, en heerlijk rustig. Op ongeveer een kilometer is het strand, we besluiten eerst even wat vitamine zon op te doen. De middag brengen we vrijwel alleen door op het strand. Af en toe een verdwaalde visser of in de verte een dolfijn. Als we het zat zijn rijden we met de bus naar de kampeerplek en zoeken een vlak stukje uit. Het is even zoeken, maar uiteindelijk vinden we een redelijk vlak stukje gras dat ook nog eens uit de wind ligt. Als we ’s middags onze boeken lezen horen we weer geritsel in de struiken, enkele ogenblikken later verschijnen er 2 enorme kangaroes die de rest van de middag rond ons busje het gras kort komen houden. Ook zwemmen er hier een 5 tal zwarte zwanen in het water, bijzonder fraai, maar moeilijk te fotograferen omdat ze de hele dag met hun kop onder het water zitten, op zoek naar waterplanten.
We kunnen op deze plek geen kampvuur maken, er wordt geen hout aangeleverd en de plek leent zich niet voor het zagen van boomstammen. Koud dus ’s avonds en wederom vroeg naar bed. Wellicht morgen weer op tijd wakker om de ranger te ontlopen (en dus weer $ 27 uit te sparen).

Foto’s: http://www.flickr.com/photos/robbertensacha/sets/72157624822769404/