Dag 105 Probolinggo – Permuteran
Door: Robbert en Sacha
Blijf op de hoogte en volg Robbert en Sacha
25 Juni 2010 | Indonesië, Batavia
Gisterenavond hebben we nog even een paar boodschapjes gedaan en dus door Probolinggo gelopen. Wat een vreselijk oninteressante stad. We hebben in de winkel wel gelachen. Ze verkopen hier popcorn in verschillende kleuren. We hebben getracht erachter te komen welke kleur de zoete variant is. Met z’n 3e proberen ze ons van alles over de producten te melden, maar helaas is al het goed bedoelde advies in het Indonesisch. We komen er niet uit en nemen de groene. Hopelijk is het wat, want ze hebben de meest onwaarschijnlijke smaken voor popcorn: munt, soja manis…. mmm lekker!
Vanochtend na het ontbijt (1 witte boterham met hagelslag en mierzoete koffie) hebben we de tassen voor de verandering maar weer een keer ingepakt. Voor de trip van het hotel naar het station hebben we een becak geregeld, de indonesische variant van een riksja. We hebben geen kaart van de stad en hebben gisteren alleen maar gebruik gemaakt van bemo’s. We hebben werkelijk geen idee waar we met het hotel zitten t.o.v het station. De becaks, we moeten er 2 huren om ook onze tassen te vervoeren doen er een klein kwartiertje over. Het is bijzonder prettig om van dit vervoersmiddel gebruik te maken. Het tempo van de fietsers ligt zo laag dat je alle tijd hebt om alles goed te bekijken, maar je gaat toch snel genoeg om niet continu aangespoken te worden en je hebt nog een lekker briesje erbij. De afgesproken prijs van 10.000 Rupia verhogen we met 20 % omdat het een bijzonder aangenaam tochtje was en deze mensen hard moeten werken voor het kleine beetje geld dat ze per dag verdienen. We zijn lekker op tijd vertrokken en zijn dus veel te vroeg op het station. Ook hier zijn die 2 blanken weer een attractie. Iedereen komt nonchalant even langslopen, of kijkt een kwartier lang ongegeneerd je recht in je gezicht. Op het station proberen we er achter te komen hoe Belanda heeft gespeeld vannacht. Het werd hier om 4 uur uitgezonden, maar niet in het hotel. We krijgen verschillende antwoorden, maar over 1 ding zijn ze het eens Belanda; duim omhoog, gewonnen dus. De uitslagen die we met handen en voeten door krijgen varieren van 1-0 tot 2-1 winst. Toch wel gek dat je zo verstoken van nieuws kan zijn. Vanaf Surabaya hebben we al geen internetverbinding meer en kranten in het Engels hebben we, in deze toch wat afgelegen gedeeltes, nog niet gezien.
De trein is keurig op tijd en na 4 keer ons kaartje te hebben getoond aan verschillende mensen is iedereen ervan overtuigd dat het een geldig vervoersbewijs is en zitten we in het juiste treinstel. Er lopen continue ‘service’-mensen door de trein met van alles; kroepoek, blikjes drinken, vers geperste sapjes, nasi, noodle soep en onbekende snacks. Je hoeft hier in de trein niet te verhongeren. Bij een van de ‘obers’ bestellen we tegen het middaguur 2 nasi goreng met 2 cola’tjes om ons toch wat magere ontbijt aan te vullen. Na een minuut of 10 komt hij terug met onze bestelling, nasi goreng is wel gelukt, maar cola is op. Hij heeft 2 blikjes pocari (een soort sportdrankje) mee genomen, ook heel lekker vertelt hij erbij. We kennen het drankje en aanvaarden zijn aanbod. Het eten in de trein is erg lekker, geen wonder want er is een treinstel helemaal ingericht als resauratie. Dat de drankjes op kamertemperatuur (hier zo’n 25 graden) worden geserveerd nemen we op de koop toe.
De rest van de reis kijken we naar buiten en zien we weer uren rijstvelden en oerwoud voorbij trekken en dit alles met het achtergrondgeluid van een snurkende servicemedewerker. De trein is niet vol en van de lege stoelen maken zij dankbaar gebruik om een middagdutje te doen. Om even na 4 komen we aan in Banyuwangi en als we het station uit lopen zien we de bootterminal praktisch al liggen. We lopen er in een minuut of 5 naartoe en kopen een kaartje voor de overtocht naar Bali voor het astronomische bedrag van 5.700 Rupiah p.p. (€ 0,50). Er ligt al een boot klaar dus we kunnen in een moeite doorlopen en meteen aan boord. Op het 2e dek zoeken we een plaatsje en schieten wat foto’s van het gebeuren om ons heen. Terwijl er af en aan veerboten aan meren zijn daartussen er vrolijk mensen aan het snorkelen Hoezo gevaarlijk? Ook wordt er, terwijl we wachten op het vertrek, druk gevist aan dek. Er wordt behoorlijk wat gevangen ook. Kijken naar de grootte van de vis doen ze niet, ze krijgen allemaal een klap op de kop en worden in een krant gewikkeld. Dat ze net die krant uit de vuilnisbak hebben gevist laten we maar buiten beschouwing. De overtocht verloopt spoedig (het is ook een stukje van niks). We moeten alleen even wachten op andere boten voordat we aan kunnen meren in Gilimanuk; de Bali kant van De Straat van Bali. Als we op de wal staan zien we veel touringcar bussen, dus daar lopen we naar toe. Het wordt ons al snel duidelijk gemaakt dat dit niet het busstation is, dat is 200 meter verder. We lopen er maar naar toe en komen op een totaal verlaten plein terecht. De enige die ons aanspreken zijn bemo bestuurders die wachten op slachtoffers als ons. We kunnen hier niet overnachten dus gaan we in onderhandeling met deze bloedzuigers. Het kost volgens hun 30.000 Rupiah p.p. om naar Permuteran te komen, maar ze gaan pas rijden als het busje vol is. Dat kan nog wel een paar uur duren, de meeste toeristen komen eerder op de dag aan. Het is inmiddels al donker en we hebben geen zin om hier nog uren te verblijven. We vragen wat het kost om een taxi te nemen. De bestuurder zegt dat hij voor 400.000 Rupiah ons wel kan brengen. We bluffen dat het hotel ons voor 200.000 wil komen ophalen en lopen weg (hotel vraagt 240.000). Al snel zakt zijn prijs naar 300.000 en daarna naar 250.0000. Wij spelen het spel en pakken onze telefoons om het hotel te bellen. Snel doet hij zijn laatste aanbod en happen wij toe. We worden naar een iets kleiner busje geleid en onderhandelen uit dat we wel direct willen vertrekken. Hij wil graag nog 2 of 3 Indonesiers meenemen, daar beginnen we niet aan. We willen best een taxi delen, maar dan delen we de kosten ook. Hij begrijpt het en probeert toch nog wat tijd te rekken bij het starten en warmlopen van de auto. Als we dreigen uit te stappen gaat het busje snel rijden (hij weet ook wel dat hij een leuke dag heeft met 2 gekken die bijna € 18 betalen voor een ritje van een uur). We slingeren op een aardedonkere weg naar onze bestemming. De receptioniste verwelkomt ons en we worden naar ons onderkomen gebracht. Het hutje in typische Bali-stijl ziet er erg leuk uit en ruikt lekker fris. Dat hebben we al een aantal weken… nee maanden, niet meer gehad. Na de tassen te hebben neergegooid gaan we een hapje eten bij het restaurant. We schrikken ons werkelijk te pletter, wat een prijzen. De kamer kost ongeveer 27 Euro (dat is nog te doen), 5 Euro voor een glas wijn, 3 Euro voor een grote fles bier en de maaltijden beginnen ook pas vanaf een 4 Euro. Met deze prijzen gaan we ons budget natuurlijk ver overschrijden. En wij hebben nog wel de enige budget-hotel uitgezocht in deze plaats. De rest van de hotels zijn minimaal twee keer zo duur. We waren van plan om hier te gaan duiken, maar dat gaan we maar niet doen. Misschien gaan we morgen (en anders overmorgen) al verder naar Lovina; schijnt (budget-technisch) een stuk beter te zijn. Een groot voordeel is wel dat het hier heerlijk rustig is en er buiten een lekker (zee-)briesje staat. De spullen die we gelijk maar even hebben uitgespoeld, zullen morgen wel droog zijn. We hopen dat deze investering in ieder geval betekent dat we vannacht eindelijk echt een keer lekker slapen, na bijna twee weken achter elkaar gebroken en onrustige nachten.
Foto’s:
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley